';
KaRo Kleine Cubavink

Zoom in

Artikelnummer: 1
Tiaris canora

Kleine Cubavink - Tiaris canora (of canorus)

Herkomst

Zoals de naam al zegt leven de voornamelijk in Cuba. Ze komen ook wel op de Bahama’s en Turks- en Caicoseilanden voor en een enkeling zelfs in Florida.

Afmetingen

Ze hebben een totale lengte van zo’n 9 à 10cm.

Uiterlijk

De mannetjes hebben een fel zwart masker rond de ogen, voorhoofd, hals en wangen. Daarrond hebben ze een opvallend gele band, breed op de borst en steeds smaller tot aan de ogen. Ook de borst is fel zwart en de buik is grijzig.
De rug, vleugels en flanken zijn olijfgroen.

Ze hebben zwarte ogen, een zwarte snavel en grijzige pootjes.

Geslachts verschil

De popjes hebben dezelfde tekening als de mannetjes, maar zijn minder fel gekleurd.
De gele band is minder intens en de borst is grijzig.
Verder hebben ze een bruiner masker dan de mannen.
Tenslotte hebben de mannetjes een (mooie) zang en de vrouwtjes niet.

De jonge vogels lijken op de popjes qua tekening en kleur.

Huisvesting

Ze kunnen zowel in een ruime sierkooi, in een kweekkooi, in een binnenvolière, als in een buitenvolière gehouden worden.
Het zijn kleine, maar actieve vogeltjes die voldoende vliegruimte vragen. In een groepsvolière kunnen ze bij andere exotische vogels, inlandse vogels en kanaries.
Hou liever niet 1 enkel cubavinkje, maar liever een koppeltje.
Meerdere koppels in 1 kooi of volière zal tot ruzie en problemen leiden.
In de winter kunnen ze ook in een buitenvolière blijven als er voldoende beschutting en een tocht- en vorstvrij nachthok aanwezig is.

Broedvoorzieningen

Het ideale nest is een halfopen nestkastje voor exoten, een tralienestkastje of een pitriet(kokos)korfje.
Dit zullen ze afwerken met nestmateriaal voor exoten (jute – kokosvezel – sisal – sharpie).

In een beplante volière kunnen ze hun nest ook zelf maken in een struik.

Kweek

Nadat het koppeltje gevormd is en het kogelvormig ronde nestje gebouwd, zal het popje beginnen leggen. Het popje zal 2 tot 3 blauwgroen gespikkelde eitjes leggen.
Beide ouders zullen broeden en na ongeveer 12 à 13 dagen komen de eitjes uit.
Na enkele dagen kunnen de jongen geringd worden (2,3mm).
Na ongeveer 2,5 à 3 weken verlaten de jongen het nest, waarna ze wel nog 2 à 3 weken door de ouders (bij)gevoerd worden.
Daarna zijn ze volledig zelfstandig en kunnen ze best van de ouders gescheiden worden, omdat de man ze zal beginnen wegjagen.
Een gezond koppel mag 2 tot maximaal 3 nestjes per jaar grootbrengen.

Voeding

Het hoofdvoer bestaat uit een zaadmengeling voor tropische vogels, aangevuld met onkruidzaden en Japanse millet. Ook trosgierst zullen ze sterk appreciëren.
Zeker tijdens de kweekperiode eivoer, kiemzaden, een universeelvoer, insectenpaté en fijn levend voer aanbieden.
Let op met overmatig aanbieden van dierlijke eiwitten, daarvan kunnen de volwassen vogels te driftig worden en hun nest vroegtijdig in de steek laten.
En grit, maagkiezel en sepia moeten altijd aanwezig zijn.